Door de eeuwen heen eisten onderdrukkers dat onderdrukten vrolijke optredens gaven tot hun vermaak. De pijnlijke en kwaadaardige boodschap die onderdrukten hieruit – ook vandaag nog – meekrijgen, is helder: ‘Alles wat jullie uniek maakt – jullie liederen, vieringen en culturele identiteit – mag er alleen zijn wanneer het ons dient.’

De Amerikaanse schrijvers van het Week van gebed-materiaal van 2023 geven hiervoor enkele voorbeelden:

  1. Minstrel shows, waarvan men denkt dat het de eerste originele vorm van populair Amerikaans amusement is, ontstonden in de jaren 1830 als een combinatie van blackface, een vorm van theatrale make-up die voornamelijk door witte mensen werd gebruikt, en theaterproducties die denigrerende verschijningen en personages van Afro-Amerikanen uitbeeldden. Maar in de jaren 1890 werden Afro-Amerikaanse artiesten 'zwart gemaakt', zongen, dansten en bespraken provocerende onderwerpen als seks in de 'gekleurde minstrel shows', terwijl ze de extra verantwoordelijkheid voelden om de stereotypen van de zwarte identiteit als lachwekkend, primitief en overdreven sensueel te weerleggen, waardoor ze een zelfpresentatie op het toneel ontwikkelden die racistische stereotypen en politiek commentaar met elkaar in evenwicht bracht.
  2. In de 17e eeuw ontstond in Japan de rol van de geisha als 'artiest' die tijdens verschillende theeceremonies vermaak bood met dans, muziek, conversatie en andere acts.
  3. Na de Slag bij Little Bighorn in 1876 richtte Buffalo Bill Cody de Wild West Show op, een rondreizende vertoning van alles wat met westerns te maken had, waaronder een reconstructie van General Custard's Last Stand. De grootste attractie waren de levensechte Indianen, die er niet wild maar tam uitzagen. Ze namen deel aan de shows terwijl de Amerikaanse regering nog steeds strijd leverde in Indiaans gebied.

In Nederland kennen we daarnaast ook de discussie rondom zwarte piet. Ook hier is er sprake van een culturele traditie die – weliswaar aangepast en milder gemaakt – onbedoeld toch voor veel mensen een stigmatiserende uitwerking heeft.

Online is er wereldwijd ook een gesprek onstaan over het gebruik van stereotyperende gifjes. Lees bijvoorbeeld dit artikel van Brandpunt+ (KRO-NCRV).